Wat draag je als je in de winter gaat paardrijden?

Wil je vermijden dat je het koud krijgt? Pas dan het drielagensysteem toe. Op die manier heb je het lekker warm bij vertrek, maar kun je je kleding aanpassen naarmate je je meer gaat inspannen.

1. Een ademende basislaag (ondershirt) zodat je droog blijft (bij voorkeur in merinowol).
2. Een fleecejack of een sweater om je te isoleren tegen de kou.
3. Een jas om je te beschermen tegen wind en regen.

Tijdens strenge winters kan een paardrijparka als lagen 2 en 3 dienen. Het lange model beschermt je onderrug en de plooien ter hoogte van de heupen (met ritssluitingen opzij) zorgen ervoor dat je comfortabel in het zadel zit. Dankzij dit kleine detail kan je ook je lichaamstemperatuur beter reguleren.

Als je in de winter gaat paardrijden, heb je twee paar handschoenen nodig. Een paar erg warme handschoenen voor in de stal en een paar dunnere handschoenen voor een beter contact met de teugels. Denk er ook aan om handwarmers mee te nemen, zeker voor lange tochten.

Zoals je weet hebben we het altijd het koudst aan onze lichaamsuiteinden. Vergeet dus ook je voeten niet. Geef de voorkeur aan sokken met een hoog percentage wol. Je hebt misschien ook laarzen nodig met een voering in wol, polyester of imitatiebont.

Kleine tip: als je bij koud weer van je paard stapt, laat je dan zachtjes naar beneden glijden. Als je met koude voeten van je paard springt, dan loop je het risico dat je een soort elektrische ontlading voelt, wat niet zo aangenaam is.