Elk kind zijn eigen behoeftes
Jonge kinderen hebben vaak gewoon zin om te bewegen. Ze spelen nog meer naast dan met elkaar. Kleutergym en dansen zijn dan bijvoorbeeld een goed plan. In de lagere school groeit de interesse voor spelregels en wordt fair play belangrijk.
Intensieve sporten zoals voetbal, basket en hockey zijn ideaal voor energieke kinderen. Jongens en meisjes met concentratieproblemen voelen zich doorgaans beter in een individuele sport zoals zwemmen, turnen of atletiek. Bij een motorische achterstand is een sport zonder een bal, racket, stick of ander attribuut comfortabeler. Denk aan judo, dansen, zwemmen en atletiek.
Tactische sporten werken dan weer prima voor hoogbegaafden: voetbal, volleybal, tennis … Voor creatieve kinderen zijn circustechnieken een toffe optie. Verlegen of hoogsensitieve kinderen staan waarschijnlijk niet meteen te springen voor een ruwere sport met veel onderling lichamelijk contact.