Langlaufen, wat is dat eigenlijk?
De oorsprong van het langlaufen~
Langlaufen is in de oudheid in de Scandinavische landen ontstaan. Het is de oudste skidiscipline op aarde. In het prille begin gingen mensen langlaufen om zich te verplaatsen. Na een tijdje werden er wedstrijden georganiseerd en groeide deze activiteit uit tot een volkse en sportieve discipline die voor het eerst olympisch werd tijdens de Olympische Spelen van Chamonix van 1924. De sport werd aan het einde van de 19e eeuw pas echt populair met de ontwikkeling van de vrije stijl (skating) en de evolutie van het materiaal.
Langlaufen beoefenen~
Langlaufen doe je op geprepareerde pistes die specifiek ontworpen zijn voor deze sport maar ook buiten de piste op min of meer glooiend terrein. Net als bij het alpijns skiën wordt de moeilijkheidsgraad van de pistes aangeduid met kleuren. Groen is de gemakkelijkste piste en zwart de moeilijkste, daartussen heb je nog de blauwe en rode piste.
Er zijn verschillende technieken om te langlaufen. Ze vormen de basis voor de verschillende disciplines. Op de piste maken we een onderscheid tussen klassiek langlaufen, met een diagonale pas, en skating, een techniek die lijkt op een schaatspas. Buiten de piste kun je kiezen voor nordic cruising, waarbij je in de buurt van de piste een leuk tochtje maakt, en back country, waarbij je verder en langer van de piste gaat, zoals je tijdens toerskiën zou doen.
Momenteel vind je in skistations vaker speciale zones voor beginners, zones voor de allerkleinsten en langlaufmonitoren die je de sport laten ontdekken of je techniek bijschaven. In Frankrijk vind je ongetwijfeld de mooiste langlaufdomeinen waar je alle mogelijke langlaufdisciplines kunt beoefenen.