Oefening 1: reverse lunges
De eerste oefening is de achterwaartse lunge. Vanuit de beginpositie, met gestrekte benen naast elkaar, zet je een pas naar achteren, groot genoeg om door je voorste been te zakken tot die een hoek van 90° vormt. Houd de kettlebell ofwel met beide handen vast in het midden, of houd hem aan de kant van het been dat een stap naar achteren heeft gezet. Dat wil dus zeggen dat als je met je rechterbeen naar achteren bent gegaan, je de kettlebell ook in je rechterhand moet vasthouden. Met deze oefening train je je quadriceps, hamstrings en bilspieren. Begin je pas net met de kettlebell, gebruik er dan een van 6 kg of 8 kg en verhoog het gewicht beetje bij beetje.
Kleine tip voor wie vooral de bilspieren wil trainen: zet je voorste voet eens wat hoger als je een stap naar achteren doet, bijvoorbeeld op een bank.
4 reeksen van 10 herhalingen per been