Toni Brogno, Decathlonien et ex-Diable rouge: "Je n'y croyais pas trop"

Toni Brogno, Decathlonner en ex-Rode Duivel: "Ik geloofde er niet echt in"

Toni Brogno werkt ondertussen meer dan 11 jaar op de afdeling teamsporten van de Decathlon-winkel in Châtelineau. Als profvoetballer werd hij 11 keer geselecteerd voor de nationale ploeg, wat hem 7 caps opleverde. In 1999-2000 werd Brogno topschutter van de Belgische competitie. Nét niet voldoende voor een selectie op het EK van 2000. 21 jaar later heeft hij de bladzijde omgedraaid en hoopt hij dat de Duivels de trofee in de lucht mogen steken op 11 juli.

Toni Brogno, Decathlonien et ex-Diable rouge: "Je n'y croyais pas trop"

Toni, de kwartfinale tussen België en Italië heeft wellicht een speciale betekenis voor jou.
Klopt inderdaad. Ik ben van Italiaanse origine, maar ik voel me Belg en ben dan ook in België geboren. Bovendien heb ik het shirt van onze nationale ploeg mogen dragen. Dus voor de match van vrijdag is mijn keuze snel gemaakt.

In 1999 speelde je zelfs mee in een Italië-België ...
Een vriendschappelijke wedstrijd, net voor Euro 2000. Voor mij persoonlijk een fantastisch moment. De wedstrijd werd gespeeld vlakbij een dorpje waar mijn familie van afkomstig is. Zelfs mijn grootmoeder is die dag komen kijken. (België won de wedstrijd in Lecce met 1-3 op 13 november 1999, tegen het Italië van Buffon, Del Piero, Totti … nvdr)

Je zat al met anderhalf been in de selectie van het EK in 2000. Maar toch viel je uiteindelijk af toen de groep van 24 naar 22 spelers werd herleid. Blijft dat een pijnlijk moment?
Ik heb de bladzijde ondertussen wel omgedraaid. Natuurlijk staat het mooi op een CV, het EK spelen. Maar uiteindelijk is België niet doorgestoten na de poulefase. Na mijn seizoen in de competitie (30 doelpunten en topschutter bij Westerlo, nvdr.) had ik wel verwacht er bij te zijn. Maar dat is voetbal, dat is het leven. Maar ik ga er niet om liegen, in het begin deed dat wel pijn.


In november 1998 werd je voor het eerst geselecteerd voor de nationale ploeg, voor een vriendschappelijke wedstrijd in Luxemburg. Dat kwam je te weten op training bij Westerlo ...
Inderdaad, de kine kwam meteen het veld opgerend om mij het nieuws te brengen (lacht). Ik geloofde het niet meteen. Daarna drong het tot me door. Drie jaar eerder werkte ik nog in een fabriek. Een bijzonder moment!

Er is zeker nog iets mogelijk tijdens dit EK. Het is nu of nooit, want sommige van deze jongens zijn bijna aan het einde van hun carrière.

Hoe kijk jij naar de huidige generatie Rode Duivels die we toch altijd omschrijven als ‘uitzonderlijk’?
Deze generatie is ook wel uitzonderlijk, dat is duidelijk. Maar dat zou ze nog meer zijn als ze iets weten te winnen. We hebben een kans laten liggen op het vorige wereldkampioenschap. Maar er is anderzijds zeker nog iets mogelijk tijdens dit EK. Het is nu of nooit, want sommige van deze jongens zijn bijna aan het einde van hun carrière. Vanaf het begin van dit toernooi zag ik ze al wel tot het uiterste gaan.

Wat vond je van onze achtste finale tegen Portugal?
Het was een moeilijke wedstrijd, maar het was dan ook tegen Portugal natuurlijk. Maar we mogen ook niet té veeleisend zijn. Soms zijn we te streng vind ik. We hebben gewonnen, en dat is het belangrijkste.

Welke wedstrijd verwacht je tegen Italië?
Een eerder gesloten wedstrijd, die zal beslist worden op details. Belangrijk wordt om het slim te spelen. Ik ga de wedstrijd volgen op vakantie vanuit Spanje.

De doelen zijn altijd 7,32 meter breed. Soms lijken ze heel klein, en soms net heel groot. Soms lijkt iets heel simpel net erg moeilijk, en omgekeerd. Het hoort bij het leven van een aanvaller.

Voor je carrière als profvoetballer werkte je in een fabriek. Dat komt niet zo vaak voor ...

Ik heb inderdaad niet het ‘normale’ traject van een profvoetballer afgewerkt. Maar aan die periode heb ik veel te danken. Ik leerde echte menselijke waarden kennen, en leerde gezond omgaan met geld. Ik ben er zeker van dat die ervaring me later geholpen heeft. Acht uur werken in de fabriek, en nadien mijn voetbaltas maken om te gaan trainen op een modderig veld … Dat doe je alleen maar als je passie voor de sport voelt. Nadien heb ik de kans gegrepen om prof te worden toen die zich voordeed.

Na je recordseizoen bij Westerlo zocht je andere oorden op: Sedan in Frankrijk. Het toppunt van je carrière?

Sedan was van een andere orde. Het was volledig anders dan hoe ik het voetbal tot dan had gekend. Maar het seizoen 1999-2000 bij Westerlo, en zelfs de seizoenen ervoor, waren schitterend. Zowel op persoonlijk vlak als qua sfeer. Voor zulke momenten beoefen je deze job. Nuja, ik zeg job, maar zo heeft het nooit aangevoeld. Het was pure fun, een passie.

Een seizoen met 30 doelpunten. Zelfs voor een spits is dat best uitzonderlijk ...

De doelen zijn altijd 7,32 meter breed. Soms lijken ze heel klein, en soms net heel groot. Soms lijkt iets heel simpel net erg moeilijk, en omgekeerd. Het hoort bij het leven van een aanvaller. Dat seizoen in 1999-2000 met 30 doelpunten was een mooi gevolg van de twee vorige, waar ik respectievelijk 8 en 11 keer scoorde. Ik ben tot vandaag nog steeds de topschutter van Westerlo en de enige speler van die club die ooit het shirt van de nationale ploeg mocht dragen.

Vandaag ben je 47. Voetbal je nog altijd?

Een beetje, met onze veteranenploeg. Ik geef ook specifieke sessies voor de U13 tot U21 ploegen bij Sporting Charleroi. Daarnaast train ik de aanvallers van de eerste ploeg van Franc Borains (1e Division National), waar mijn broer Dante hoofdcoach is.

Beoefen je nog andere sporten?

Ja, ik loop en fiets regelmatig. En zo’n drie jaar geleden heb ik padel ontdekt. Dat probeer ik 2 keer per week te spelen.

Cédric Roussel, Decathlonner en ex-Rode Duivel : "Al mijn dromen werden werkelijkheid"

Cédric Roussel, Decathlonner en ex-Rode Duivel : "Al mijn dromen werden werkelijkheid"

Cédric Roussel droeg in 2003 het shirt van de Belgische nationale ploeg en werkte enkele jaren in Decathlon Bergen.