Forelvissen met deeg: goed kiezen en juist gebruiken

Foreldeeg is onmisbaar als je in een vijver op forel wilt vissen. Het is eenvoudig te gebruiken, te bewaren en op te slaan, maar het juiste deeg kiezen, dat is nog niet zo gemakkelijk.

Alexandre, ambassadeur van het merk, helpt je bij die keuze.

Kleur:

Omdat er tegenwoordig zoveel verschillende kleuren verkrijgbaar zijn, is het soms moeilijk om de juiste keuze te maken. En hoe kan je eigenlijk weten waar je vis op de dag zelf op af zal gaan?

Neem je geluk in eigen hand en zorg voor een variatie aan kleuren in je tacklebox, zodat je altijd in kunt spelen op het humeur van de vissen. .

Vis je in troebel water, aarzel dan niet om voor de wat flashy kleuren te gaan, zoals wit, geel of het regenboog-assortiment, en gebruik ook eens wat glitter. Vorm het deeg zo dat je de provocerende kanten benadrukt, en haal het rustig binnen.
In helder water kan je ook donkerdere kleuren gebruiken, waar de forel beter mee vertrouwd is. Denk bijvoorbeeld aan vispellets, of de kikkervisjes of pootvisjes die de forel in de lente aan de oever vindt. Je moet dit deeg dus ook goed tot leven brengen.

Geur & smaak:

Je kunt deeg al in net zoveel verschillende smaken krijgen als kleuren.
Knoflook, kaas, pellet, vis, en ga zo maar door... Foreldeeg is vaak bestemd voor vissen die gewend zijn aan pellets op basis van vismeel, en de smaak en geur zijn dan ook niet bij toeval gekozen.
Bedenk wel dat je deeg dan een lekkere geur kan hebben die zich goed verspreid in het water en de vissen aanlokt, maar het is en blijft kunstmatig. Zodra de forel het aas in de bek heeft en zijn smaakpapillen aan het werk gaan, zal hij snel het bedrog doorhebben en je deeg terug uitspugen, waardoor je de vis gemakkelijk misloopt als je de lijn niet goed onder controle hebt.
Denk toch ook goed na over de smaak van je deeg. Ook al gaat het vaak over dezelfde basisingrediënten, sommige forellen, zelfs wilde, zijn gewend aan bepaalde smaken, zoals kaas. Het meest frappante voorbeeld is nog wel de Sorgue in Vaucluse in Frankrijk, waar in het verleden enkele kaasraffinaderijen aan de rivier stonden die met hun afval de forel aan de smaak van kaas hebben gewend. Tegenwoordig kom je hier niet zelden een visser tegen die met kaas een leefnet vol wilde forel heeft gevist...

Het advies van Caperlan: maak een klein toertje rond de vijver voor je gaat vissen om te zien wat de vissers die hier regelmatig komen gebruiken om mee te vissen.

De techniek:

Je kunt het deeg op verschillende manieren gebruiken, en je vindt zowel drijvend als zinkend deeg op de markt.

Zinkend deeg is ideaal om mee op de bodem te vissen.
Je kunt je deeg in de vorm van een spinnerblad vormen, maar je kunt het ook tot een wormpje kneden. Hier speelt vaak de manier van het aas tot leven brengen een belangrijke rol om de aanval van een eerder passieve vis uit te lokken.
Breng variatie aan in je manier van binnenhalen, door kleine rukjes aan verschillende snelheden te geven en het aas af en toe zelfs volledig met rust te laten, zodat het lijkt op een zieke en gemakkelijk te vangen prooi. Dit is vooral een goede strategie als je in relatief koud water vist, waar de vissen vaak op de bodem blijven en weinig zin hebben om te bewegen.

Drijvend deeg is heel geschikt voor gebruik tussen twee waterlagen, of voor gebruik met een buldo of bombetta dobber. Ze drijven goed onder water, ideaal als de dobber wat afdrijft of wanneer je het aas met kleine rukjes binnenhaalt. .
De goede zichtbaarheid van glitterdeeg kan in combinatie met natuurlijk aas, zoals een made of een worm, een troef zijn om de nieuwsgierigheid of zelfs de agressiviteit van een forel uit te lokken. Aarzel niet om verschillende combinaties uit te proberen!!!

Het advies van Caperlan: deeg met ander aas combineren, wat veel wedstrijdvissers doen, kan ook een slecht op gang komende vissessie redden. Maak hiervoor wat natuurlijk aas (made, worm, ...) vast aan dezelfde haak als een stukje foreldeeg.

Houd rekening met waar de vissen zich bevinden in het water: op de bodem of aan de oppervlakte?

Hiervoor kan je afgaan op het weer, en dus ook op de luchtdruk. Kort gezegd, bij regenachtig of winderig weer (lagedrukgebied) zwemmen de vissen aan de oppervlakte;

bij mooi weer (hogedrukgebied) blijven ze eerder aan de bodem.

Gebruik tot slot kleine haken, maximaal maat 8, 10 of zelfs 12, en kies bij voorkeur voor speciale foreldeeghaken, zoals de SN HOOK PASTE, die kleine weerhaakjes hebben waardoor je deeg beter blijft zitten bij aanbeten en er minder snel afvalt.

Tot slot, wat je moet onthouden: breng je aas altijd lichtjes tot leven (vergeet niet dat je deeg, als je er niets mee doet, passief kunstaas is).
Probeer gericht te vissen en speel met de lichtsterkte en de waterkwaliteit bij de keuze van je kleuren.
Gebruik een speciale haak zodat je deeg beter blijft zitten.
Zorg dat je altijd verschillende smaken en kleuren bij hebt. Je zal merken dat de vissen de ene dag al wat kieskeuriger zijn dan de andere. Net als wij hebben ook zij zo hun humeurtjes en voorkeuren.