Hoe moet ik mijn surfplank waxen?
Met wax creëer je een antislipzone op de belangrijkste contactpunten van je handen en voeten op je plank. Voor een voldoende ruw oppervlak is het niet alleen belangrijk om de juiste wax te kiezen, ook de manier van aanbrengen doet ertoe!
- Twee lagen wax, ALTIJD!
Door het contact met het water en je kleding slijt en schilfert je wax. Om dit tegen te gaan is het belangrijk om je plank een goede basis te geven. Breng daarom eerst een hechtende onderlaag aan, de base coat. Hoe harder die is, hoe beter de wax zal blijven hechten: gebruik 80 tot 100 g surfwax als base coat om deze onderste laag aan te brengen.
De tweede laag breng je steeds opnieuw aan voordat je met je plank het water ingaat. Kies de juiste wax op basis van de temperatuur van het water waarin je gaat surfen. De 'top coat' van de waxlaag moet 1 mm dik zijn.
- Drie manieren om je wax ruw genoeg te maken:
Het is het beste om brede sporen te trekken met je wax en zo een soort maaswerk te creëren met kleine ophopingen wax en veel reliëf. Leg eerst de base coat en dan de top coat, telkens met gekruiste bewegingen. Je hebt hierbij twee opties:
- in kruisvorm: diagonaal en dan loodrecht erover;
- in lijnen: eerst in de lengte en dan in de breedte;
- in cirkels: met cirkelvormige bewegingen.
- De belangrijkste zones om te waxen:
Voor een geslaagde take-off versterk je de waxlaag op de rails en op de voorkant van je plank.
Vergeet ook deze belangrijke zones niet: onder je billen als je in de line-up zit en op de plaats van je romp als je peddelt. Maak ook de zone waar je je voeten zet groot genoeg, om je evenwicht te bewaren als je over de golven surft.