Klimtouwen zijn de belangrijkste onderdelen van een klimuitrusting. Welke soorten bestaan er en hoe kies je een klimtouw? Lees er hier alles over!
Het klimtouw vormt in elk opzicht het belangrijkste element van een klimuitrusting. Het is het meest gesofisticeerde (technisch gezien) en het meest complexe (gezien het grote aantal modellen) onderdeel. Bovendien is het heel belangrijk voor de volledige veiligheidsketen. Welke soorten touwen bestaan er en hoe maak je de juiste keuze? Ontdek onze tips!
Klimtouwen zijn gemaakt uit polyamide (meestal nylon genoemd) en bestaan uit een kern en een mantel:
De mantel is altijd gekleurd bij een dynamisch touw en wit bij een semi-statisch touw.
De kern bestaande uit lange gedraaide vezels.
Semi-statische touwen (of touwen met weinig rek) worden gewoonlijk gebruikt in verankeringssystemen, voor abseilen en als vaste touwen om aan het touw zelf te klimmen met stijgklemmen. Ze rekken nauwelijks en hun dynamische kracht is beperkt. Anders gezegd, zijn ze niet gemaakt om een val op te vangen en worden niet gebruikt bij rotsklimmen, noch bij alpinisme. Dit soort klimtouwen is ideaal voor speleologie en canyoning, waar het touw altijd strak staat (abseilen, klimmen langs een vast touw).
Dynamische klimtouwen zijn ontworpen om de energie van een vallende klimmer te absorberen. Ze worden meestal gebruikt als zekeringstouwen, overal waar valgevaar bestaat (rotsklimmen, alpinisme, ijsklimmen enz.). Een dynamisch touw wordt gebruikt om de maximumkracht te verminderen die een vallende klimmer, zijn zekeraar en uitrusting (zekeringssysteem) ondergaat. Het touw rekt om zoveel mogelijk energie te absorberen.
3 SOORTEN DYNAMISCHE TOUWEN :
Een enkeltouw wordt gebruikt als één enkele streng. Dit is het meest geschikte touw voor sportklimmen, gemakkelijke routes zonder standplaats en waar door abseilen niet wordt afgedaald.
De diameter van een enkeltouw bedraagt meestal tussen de 9,4 en 11 mm. De optimale lengte van een enkeltouw is 70 m, zodat je kunt klimmen zonder een standplaats te moeten improviseren op een sportroute omdat het touw te kort blijkt te zijn.
Een halftouw bestaat uit twee strengen touw waarmee de voorklimmer klimt. Twee volgklimmers kunnen elk met één streng klimmen. Om touwwrijving te beperken, kan de voorklimmer slechts één streng in elk klimsetje klikken. Een halftouw is aanbevolen voor alpinisme en lange beklimmingen waar je door abseilen afdaalt. Dit type touw geniet ook de voorkeur wanneer standplaatsen niet absoluut perfect zijn, in het bijzonder tijdens ijsklimmen, omdat met slechts één streng ingehangen de schokbelasting wordt verminderd bij een val. Bovendien biedt het vastklikken van de twee strengen afzonderlijk een betere bescherming tegen steenslag of het loskomen van een verankeringspunt.
De diameter van een halftouw, ook dubbeltouw genoemd, varieert van 8,1 tot 9 mm. Meestal worden twee strengen van 50 m of 60 m gebruikt (of een touw van 100 of 120 m met twee helften in een verschillende kleur). Op die manier vermijd je dat de touwlengte tussen standplaatsen of tijdens het abseilen te kort wordt.
Een tweelingtouw wordt altijd gebruikt met de twee strengen samen, parallel: elke klimmer hangt in
beide strengen en die zijn altijd aan elkaar vastgeklikt. Het voordeel ten opzichte van het enkeltouw is dat je hiermee kunt abseilen over afstanden die even lang zijn als het touw. Het is lichter dan een halftouw maar de strengen kunnen niet apart worden geklikt.
Tweelingtouwen hebben een diameter van 7,7 tot 9 mm.
Een touw moet altijd in de schaduw worden opgeborgen, ver van vocht of warmtebronnen. Om een touw te wassen, dompel je het onder in helder en koud water (kouder dan 30°) en boen je het schoon met een kunststof borstel en een mild schoonmaakmiddel. Droog het touw in de schaduw, ver van warmtebronnen (bij voorkeur omhoog gehangen op een plaats met een goede luchtcirculatie). Een klimtouw kan al bij het eerste gebruik onherstelbare schade oplopen. De levensduur bedraagt gewoonlijk drie tot vijf jaar. Maar bij intensief gebruik kan dat veel korter zijn, tot zelfs enkele maanden.
Er bestaan 3 normen voor klimtouwen. Met een enkeltouw mag je op niet meer dan één streng klimmen. Met een dubbeltouw moet je met 2 strengen klimmen, maar je mag slechts een van de twee strengen inklikken. Met een tweelingtouw moet je met 2 strengen klimmen en beide strengen inklikken.