De samenstelling van de handbal
Naast de grootte van de bal is ook de samenstelling belangrijk. Tijdens een handbalwedstrijd krijgt de bal immers heel wat te verduren. De bal moet dus bestand zijn tegen vrij agressieve slagen als je wilt dat hij lang meegaat. Een handbal bestaat uit 3 delen: de panelen, de onderlagen en de binnenbal. Er zijn 32 panelen op de bal. Ze zijn gewoonlijk zeshoekig qua vorm, maar ze kunnen ook een vijfhoekige vorm hebben. De vijfhoekige vorm heeft het voordeel dat er dan minder draden nodig zijn. De panelen worden meestal met de hand genaaid. Een handbal moet verplicht een matte antislipcoating hebben: de buitenlaag kan dus van leer of synthetisch materiaal worden gemaakt. Een handbal bevat ook twee, drie of vier onderlagen. Hoogwaardige ballen hebben onderlagen in polyester. Een rubberen coating zorgt voor een uitstekende sterkte, terwijl een PU (polyurethaan elastomeer) bekleding zorgt voor een langere levensduur en een aangenamer gevoel. PU blijft ook soepeler, zelfs in erg koude zalen. Een coating van TPU (thermoplastisch polyurethaan elastomeer) in combinatie met een schuimlaag garandeert soepelheid. De binnenbal kan van latex of butyl zijn. Een binnenbal van latex heeft het voordeel dat het een goedkoop en natuurlijk materiaal is, maar het heeft wel de neiging om wat te gaan lossen, wat een weerslag heeft op het baltraject. Een binnenbal van butyl zorgt dan weer voor een zeer goed drukbehoud.