Welke productieprocessen bestaan er?
De eiwitconcentraten
Een geconcentreerd eiwit ontstaat uit een techniek die we ultrafiltratie noemen. Wanneer deze techniek koud wordt toegepast, raakt het eiwit hier niet door beschadigd. De melk wordt immers niet opgewarmd. Dit proces maakt gebruik van membranen met daarin microscopische gaatjes die de eiwitten tegenhouden en de andere stoffen, d.w.z. water, suikers, vetten en minerale zouten, laten doorlopen.
Het eiwitpoeder dat overblijft, bevat ongeveer 80% eiwitten.
Eiwitisolaat
• Via microfiltratie: dit is een mechanische dus natuurlijke techniek. Het proces is hetzelfde als dat voor eiwitconcentraat maar de gaatjes in de membranen zijn nog kleiner (0,1 tot 10 mg). Het eiwit haalt zo een hoger zuiverheidsgehalte en kan een concentratie van 95% bereiken. Het is de minst agressieve techniek die het eiwit zijn biologische eigenschappen doet behouden. Het enige negatieve is dat dergelijke eiwitten veel kosten, omdat het een duur proces is.
• Via ionenuitwisseling: Dit is een concentratie- en zuiveringsproces door ionenwisselaars. Deze techniek vereist het gebruik van chemische elementen (zoutzuur...) om enkel het interessante eiwit over te houden. Het is een agressieve behandeling die alle lactose, alle vetten en onzuiverheden verwijdert maar die ook licht nadelig is voor de kwaliteit van het eiwit.
Het eiwitpoeder dat overblijft, bevat ongeveer 90% eiwitten.
Eiwithydrolysaat
Deze techniek vertrekt van een eiwitconcentraat of -isolaat dat een hydrolyse ondergaat, waardoor het eiwit chemisch een verteringsproces doormaakt zodat het erg snel kan worden opgenomen. Caseïnehydrolysaat krijgt zo een snelheid van vertering die vergelijkbaar is met die van weihydrolysaat.
Nadeel van deze techniek is de bittere smaak die het eiwit krijgt.