Een korte pass leren geven
Een korte pass wordt altijd over de grond gegeven, zodat je ploegmaat de bal gemakkelijker kan controleren.
De steunvoet is de voet waarmee je niet trapt. Plaats hem ter hoogte van de bal, op ongeveer 20 cm links ervan als je rechtsvoetig bent. Je steunvoet moet naar je 'doelwit' gericht zijn.
Het is ook belangrijk dat je je schouders naar dat doelwit richt.
Trap de bal met de binnenkant van de voet, het platte gedeelte zeg maar.
Dat doe je door je voet open te draaien en de bal te raken met het middelste deel van de binnenvoet.
Beweeg je steunbeen van achter naar voor en je trapbeen zijdelings. Op die manier sta je stabieler en beweeg je vloeiender.