De basisregels voor elke wildplukker
➤ Pluk nooit een plant die je op wilt eten als je niet absoluut zeker bent van welke plant het is.
➤ Vermijd planten in de buurt van vervuilde plaatsen, zoals :▹ Bermen,▹ Stortplaatsen,▹ Velden of tuinen die niet biologisch worden verbouwd of die bedekt zijn met parasieten ofschimmels, enz.
➤ Pluk nooit zeldzame planten of in speciale, geïsoleerde gebieden (veengebieden...).
➤ Neem enkel de delen die je nodig hebt, en laat minstens twee derde van de begroeiing staan. Neem waar mogelijk slechts een klein deel van elke steel, en laat de sterkste planten staan, om hun levenscyclus en co-evolutie met het ecosysteem niet te verstoren.
➤ Pluk tweejarige planten (planten die twee jaar leven en enkel in het voorjaar van hun tweede jaar bloeien en vrucht dragen) bij voorkeur in het najaar van hun eerste jaar, of uiterlijk aan het begin van de lente, voordat de stengel verschijnt. Zodra de stengel verschijnt, put hij uit de wortel. De wortel is dan niet langer bruikbaar.
➤ Voel je vrij om voor het maaien te plukken en hout, bloemknoppen en soms het fruit na het snoeien van de fruitbomen te verzamelen. Zonder jou zouden ze wel eens op de vuilnisbelt kunnen belanden!