5 Tips om te onthouden voor je eerste nordic walking-sessie
1 – Wanneer je een arm naar voren beweegt, verplaats je tegelijkertijd het tegenovergestelde been
Dat lijkt vanzelfsprekend, maar wanneer je poles gebruikt, raakt je coördinatie vaak even in de war. Probeer je poles dus te vergeten om zo natuurlijk mogelijk te wandelen. Laat je poles los zodra je je coördinatie verliest en sleep ze enkele meters achter je aan voordat je ze opnieuw vastneemt.
2 – Plaats de pole in het midden van je pas neer
Poles zet je in de as van je wandelpas tussen je voeten neer met de spike naar achteren gericht. Zo kunnen ze hun rol perfect vervullen: door je met je armen op de poles af te duwen stuw je jezelf voorwaarts.
3 – Open je hand wanneer die voorbij je heup komt
Wanneer je de pole neerzet, houdt je hand de greep stevig vast om je gemakkelijk met je armen af te duwen. Zodra je je hebt voortgestuwd, beweegt je arm naar achteren. Wanneer je lichaam ter hoogte van de pole komt, open je je hand en laat je de pole volledig los om je arm naar achteren te strekken.
Net om deze beweging volledig te kunnen uitvoeren zijn poles voor nordic walking uitgerust met polslussen: zo kun je je poles onmogelijk verliezen onderweg!
4 – Neem een rechte houding aan!
Ook hier moet je de poles zo veel mogelijk vergeten. Kijk recht voor je uit om je borstkas te openen en op je maximumcapaciteit te ademen en tegelijk je wervelkolom te ontlasten.
5 – En welke beweging maak je met je voeten?
De beweging met je voeten bij nordic walking volgt hetzelfde principe als bij snelwandelen, en verloopt in drie fasen. Nadat je hiel de grond raakt, rolt de voet zich volledig af tot aan de afzet met je grote teen.