• DE JUISTE HOUDING AANNEMEN, VAN KOP TOT TEEN
De eerste regel tijdens het sportief wandelen: loop mooi rechtop, anders krijg je last van je rug aan het einde van je eerste training.
Houd je schouders laag en span ze niet op. Het gewicht van je lichaam moet goed verdeeld zijn over je twee voeten. Buig vanuit je heupen naar voren en trek je billen samen. Houd je kin evenwijdig met de grond en kijk horizontaal voor je uit.
Klaar? Begin op je gebruikelijke tempo te wandelen, zonder te versnellen.
• JE ARMEN GOED GEBRUIKEN
Houd je armen kort bij je lichaam en begin geleidelijk sneller te wandelen. Je armen passen zich spontaan aan je benen aan en helpen om bij elke stap je evenwicht te bewaren.
Houd je armen in een hoek van 90° aan de elleboog en knijp je vuisten dicht. Het is belangrijk dat je deze hele beweging niet verkrampt uitvoert!
Jeanick Landormy, snelwandel- en wandelfitnesscoach, heeft hier een klein trucje voor.
"Beeld je in dat je bij elke beweging met je armen aan een touw trekt. Ik raad je aan om de beweging eerst statisch uit te voeren met gestrekte benen en een rechte borst. Doe dat enkele minuten lang."
• JE VOETEN BIJ ELKE STAP GOED AFROLLEN
Tweede regel bij sportief wandelen: gebruik je volledige voet! Je moet het gevoel hebben dat je je voet volledig afrolt, van je hiel tot aan je tenen.
Aan het einde van de beweging duw je je af met je tenen, zoals Jeanick Landormy uitlegt.
"Onthoud dat je naar voren en niet naar boven moet afduwen. Gebruik je kuitspieren om je met je tenen naar voren af te duwen."