Osteopathie voor honden: wat is het? Waar komt het vandaan ? Hoe werkt het?
Het ontstaan van dierenosteopathie. Op welke manier is dierenosteopathie complementair aan de diergeneeskunde?
Osteopathie is een aanvullende behandeling op de diergeneeskunde, en maakt gebruik van zachte, niet-invasieve ingrepen. Ze heeft als doel het evenwicht van het lichaam te analyseren en te herstellen door een osteopathische diagnose te stellen om osteopathische disfuncties te corrigeren van gewrichten, van de schedel en wervelkolom en/of van organen. Het is een benadering die rekening houdt met het hele lichaam, de verschillen tussen elk individu en hun eigen ontwikkeling in verschillende omgevingen.
Deze behandelvorm ontstond in de 19e eeuw in de Verenigde Staten. De oorsprong gaat terug tot het leven van Andrew Taylor Still, de grondlegger ervan, die eerst geneeskunde studeerde en dus ook veel wist van de menselijke anatomie. Het was na de dood van verschillende van zijn familieleden dat Still tot de conclusie kwam dat de moderne geneeskunde onder bepaalde omstandigheden faalde. Door zijn anatomische kennis te verdiepen, zag hij een verband tussen de structuur van een element en zijn functie.
Dierenosteopathie zou pas veel later het levenslicht zien, dit keer in Frankrijk, rond de jaren 1980, dankzij Dominique Giniaux, een dierenarts in het zuiden van Frankrijk. Hij ontwikkelde eerst osteopathie voor paarden en behaalde resultaten met betrekking tot de verschillende systemen van het organisme (bewegingsapparaat, spijsvertering, ademhaling, urinewegen, hormoonstelsel) maar het gedrag van de paarden had baat bij een osteopathische sessie. Pas veel later ontwikkelde zich de hondenosteopathie, door aanpassing van het paardenmodel.
Een goede osteopaat werkt met inachtneming van de belangrijkste osteopathische principes die Still jaren geleden heeft vastgelegd.
De eenheid van het wezen: elk individu moet als een geheel worden beschouwd. Individuen zijn allemaal verschillend, ook al zijn ze van hetzelfde ras, dezelfde leeftijd, enz. - ze hebben allemaal een andere geschiedenis, een andere manier van leven en een andere omgeving.
Het principe van zelfregulering en zelfgenezing: het lichaam beschikt over alle elementen die nodig zijn om zichzelf weer in evenwicht te brengen. Het is de taak van de therapeut om het lichaam terug te laten keren naar zijn evenwichtstoestand.
Structuur en functie zijn onderling met elkaar verbonden: de een kan niet goed functioneren zonder de ander. Bijvoorbeeld: je hond heeft artrose aan de elleboog, waardoor de botstructuur dus is aangetast. Dit zal daarom leiden tot een gewrichtsstoornis, met manken tot gevolg.
De wet van oorzaak en gevolg: een osteopathische disfunctie of pathologie zou het resultaat zijn van een onderliggend probleem.