Wat is zaalvoetbal?
Het idee van voetbal als zaalsport ontstond in 1930 in Uruguay. Je moet weten dat Zuid-Amerika toen al in de ban was van het voetbal met elf en dat de eerste Wereldbeker georganiseerd zou worden in Uruguay. Naar aanleiding van deze competitie ontwierp Juan Carlos Cerani Gravier een nieuwe vorm van voetbal die gespeeld zou worden op een kleinere oppervlakte en met een kleinere ploeg. Meer dan een eenvoudig tijdverdrijf, was het zijn doel om een sport tot stand te brengen gericht op snelheid, tactisch samenspel en techniek. De sport maakte snel furore in Zuid-Amerika, waar ze de naam 'futsal' kreeg, een samentrekking van het Spaanse 'futból de salón' of 'futebol de salão' in het Portugees: letterlijk 'voetbal in een zaal'. Dat is duidelijk, je speelt het immers binnen, maar niet alleen. Zowel op het parket van de sportzaal als op asfalt in openlucht komt het speelveld ongeveer overeen met de oppervlakte van een handbalterrein. In Frankrijk kun je deze sport met name op de sportterreinen van scholen en universiteiten ontdekken. Vandaag is zaalvoetbal een vaste waarde in landen als Brazilië, Italië, Spanje, Portugal en Rusland, waar spelers een energieke en technische voetbalvariant spelen die geschikt is voor in de stad. Je speelt zaalvoetbal dan ook in teams van 5 tegen 5. Op openbare terreinen of sportcomplexen biedt zaalvoetbal je een balsport op het ritme van de stad. Zonder contact en zonder buitenspel zorgen de regels voor een snel spel aan een hoog tempo, waarbij je de bal vaak aanraakt en je de steun van je teamgenoten nodig hebt. Deze intensiteit maakt het spel niet verwarrend maar zorgt ervoor dat je meer moet anticiperen, reageren en helder tactisch en technisch tewerk moet gaan. Zaalvoetbal heeft de eigenschappen en het tempo van een zaalsport waarbij je je creativiteit kunt laten gaan en spektakel kunt opzoeken!