Ken je fysieke capaciteiten
Zoals in alle domeinen zijn we ook in het hardlopen allemaal verschillend. Iedereen kent wel sporters die bijna even snel lopen in een marathon als in een halve marathon, dus 10 km. Anderen lopen een sterke tijd op de korte afstanden (bijvoorbeeld 10 km), maar blijken uiteindelijk niet in staat om een hele marathon te lopen.
Van bij de geboorte zijn we voorbestemd voor lange of korte inspanningen. Eenvoudig gezegd: in onze spieren hebben we trage en snelle vezels, en hun percentage varieert van persoon tot persoon. Je kan bijvoorbeeld een hoog percentage aan trage vezels hebben (70%, en dus 30% snelle vezels), en in dat geval zal je van nature uit beter zijn in langere inspanningen. Als je trainingen bovendien ook nog eens zijn samengesteld om vooruitgang te boeken op de lange afstanden - halve marathon, marathon, lange trail… - neemt je percentage trage vezels toe, ten nadele van de snelle vezels. Je hebt het begrepen, in dat geval vergroot je je kansen op succes op de lange afstand. Als je je daarentegen wil toeleggen op kortere afstanden – 3, 5, 10 km - en je traint in die zin, zal je percentage snelle vezels toenemen, maar niet voldoende om te compenseren voor wat de natuur je niet gegeven heeft. En het uiteindelijke resultaat zal waarschijnlijk niet stroken met het werk dat je erin hebt gestoken…
Weet ook dat zodra je stopt met trainen, de natuur weer de overhand neemt en je oorspronkelijke percentage trage vezels weer zal toenemen in je spieren. Om te weten welke vezels de genetica jou voornamelijk heeft gegeven, is een beetje sport voldoende: je zal snel merken tot welke 'soort' je behoort en op welke afstand je het best in je sas bent.