Je kind leren fietsen: 4 praktische oefeningen

Vertrekken met een fiets blijkt een moeilijke oefening voor kinderen! Om te vertrekken zonder het evenwicht te verliezen, moet je kind eerst zijn voeten op de pedalen kunnen plaatsen zonder te kijken. Als een van de voeten uitglijdt, kan hij zijn pedalen gemakkelijk terugvinden zonder ze te zoeken.

Om vlot te vertrekken op de fiets, leer je je kind best om de voorste voet hoger dan de trapas te zetten. Op die manier kan het meteen meer kracht zetten op de pedalen en voldoende snelheid maken om zijn evenwicht te bewaren. Vergeet de fietshelm niet.

Je kan het ook een paar vertrekoefeningen voorstellen: laat je kind vertrekken op een lichte helling naar beneden, dat gaat gemakkelijker. Als je kind op die manier gecontroleerd kan vertrekken, laat je het vertrekken op een vlakke ondergrond, en nadien op een lichte helling naar boven. Zijn evenwicht, techniek en trapkracht zullen beetje bij beetje verbeteren.

Help je kind om zijn fiets in de juiste richting te sturen en dit op een gecontroleerde manier, door het verschillende opdrachtjes te geven, aangepast aan zijn leeftijd en behendigheid:

– Leer het een koers aan te houden. Laat je kind een lijn volgen, en zeg het ver voor zich uit te kijken. Vervolgens kan je zelf een paar tientallen meter verder gaan staan, en hem aanwijzingen geven met je armen om te draaien naar links of naar rechts. Dit is een goede manier om je ervan te vergewissen dat je kind ook rekening houdt met wat er zich verderaf afspeelt!

– Help je kind om vooruitgang te boeken bij het hanteren van zijn kinderfiets en in de precisie van zijn handelingen. Maak een slalomparcours in het gras, met kegels of een andere markering, ver genoeg uit elkaar om tussen te manoeuvreren zonder te vallen. Beetje bij beetje kan je de kegels dan dichter bij elkaar zetten zodat je kind behendiger wordt. Je kan ook een variant maken met een parcours in een 8.

– Ontwikkel de reflexen van je kind  en leer het in de verte te kijken. Ga naar een parking of een verkeersvrije plek en zeg je kind jouw handelingen op een afstand na te bootsen.Geef aan met je armen dat, telkens wanneer jij draait, je kind je aanwijzingen moet opvolgen en dezelfde richting uitgaan.