Spieren doen denken aan kracht, snelheid ... maar het is ook dankzij je spieren dat je andere fysieke kwaliteiten en capaciteiten kunt ontwikkelen, zoals vermogen of explosiviteit!
Ik stel dan ook voor om de spieren van dichterbij te bekijken, en te ontdekken op welke spierkwaliteiten je kunt trainen om beter te presteren of simpelweg om te sporten zonder blessures op te lopen!
De spieren spelen een voorname rol in de bewegingsmogelijkheden van de mens. Zonder hen zouden we niet kunnen bewegen!
Ze hebben meerdere eigenschappen en kwaliteiten, die we kunnen verbeteren door ze regelmatig te gebruiken en die we integendeel kunnen verliezen als we er niet regelmatig een beroep op doen.
Een van de voornaamste eigenschappen van de skeletspieren is hun aanpassingsvermogen. Hoe meer ze worden belast (of getraind), hoe meer ze zich aanpassen door de bestaande cellen te vergroten en/of door nieuwe spiercellen aan te maken. Deze kunnen tot 10 % van de algemene spiervergroting uitmaken. Dit fenomeen noemt men hyperplasie.
De eerste en voornaamste spierkwaliteit bestaat uit krachtwinst. Spierkracht is het vermogen van de spier om op te spannen ten gevolge van een zenuwprikkel (vaak afkomstig van de hersenen), die wordt gestuurd naar een deel van het lichaam en/of een extra (externe) last.
Als je je spieren op de juiste manier traint, kunnen ze aan kracht winnen. Bij dezelfde snelheid zal je in staat zijn om een beweging uit te voeren die meer kracht vraagt.
Een andere belangrijke kwaliteit van de spieren is hun contractiesnelheid. Dit is de snelheid waarmee de spier kan samentrekken bij ontvangst van een zenuwprikkel.
De contractiesnelheid van spieren kan variëren afhankelijk van de kwaliteit en het type spiercellen waaruit de spier is opgebouwd. De spier kan sneller of trager samentrekken en deze snelheid kan je door specifieke trainingen veranderen. Een sprinter op de 100 m heeft een spiercontractiesnelheid die veel hoger is dan die van een marathonloper.
Als we nu de kracht en de snelheid van de spier samenvoegen, bekomen we het spiervermogen. Dit is het vermogen om zoveel mogelijk kracht op te wekken op een zo kort mogelijke tijd. Het is dan ook een belangrijk begrip in de trainingswereld omdat een atleet niet alleen snel moet zijn, maar ook een groot spiervermogen moet hebben.
Bovenop deze 3 begrippen heb je ook nog de explosiviteit. Dat is het vermogen om een zo groot mogelijke versnelling te genereren, op jezelf of op een toestel. Het is een typisch punt waarop een sprinter bij de start van de 100 m moet trainen als hij in de startblokken zit.
De laatste, maar niet de minste kwaliteit, is het soepele vermogen van de spieren. Dit wordt vaak vergeten, hoewel het essentieel is voor gezonde spieren en om blessures te voorkomen.
Het is het vermogen van een spier om uit te rekken die bepaalt in hoeverre we een beweging kunnen uitvoeren zonder pijn en zonder blessures.
Zoals je ziet, hangt het van je sport af welke spierkwaliteiten je in eerste instantie zult ontwikkelen.
Een sprinter, een marathonloper, een gewichtheffer of een rugbyspeler zullen de verschillende spierkwaliteiten niet allemaal in dezelfde mate ontwikkelen.
Wat niet wil zeggen dat ze niet allemaal essentieel zijn. Ze vullen elkaar perfect aan.
Aarzel dus niet en ga stretchen, doe core-oefeningen of train op explosiviteit. Je zult er op sportief vlak de vruchten van plukken en ook je lichaam zal je dankbaar zijn!