Tips & tricks voor je golfballen

Bij golfen moet de speler de hele baan lang zijn of haar eigen bal spelen.

Om die terug te kunnen vinden en niet per ongeluk met de bal van een ander te spelen, moet elke speler dus een vorm van identificatie aanbrengen op de bal: initialen, een ster, een ruit...
Als twee ballen van twee verschillende spelers op dezelfde plek liggen en de spelers niet kunnen zien welke bal van wie is, tellen die ballen als verloren ballen...
En aangezien je de bal niet mag schoonmaken tijdens het spel, tenzij hij in het water valt, zou de markering het de hele tijd moeten uithouden!

Trek met een viltstift een lijntje op de bal en leg die in de richting van de hole. Zo kan je beter mikken.

Maak de bal na elk spel schoon met een vochtig doekje, aangezien je dat tijdens het spel niet kunt doen. Hoe schoner de dimples, hoe beter je controle en balvlucht.
Gebruik aan het einde van het spel wat water en zeep om je ballen weer als nieuw te maken en ervoor te zorgen dat ze nog lang meegaan. We raden aan ze op een droge plek te bewaren.

Geef wat kleur aan je ballen! Als je in de herfst speelt of gewoon zichtbaardere ballen wilt, zijn gele, blauwe, oranje of roze ballen ideaal om ze gemakkelijk terug te vinden.
Ligt je golfbaan vol waterhindernissen, dan is de bal 120 Aqua de ideale metgezel, want die blijft perfect drijven.