Waarom is een atletiekpiste precies 400 meter lang?
Het lijkt vanzelfsprekend voor atleten en iedereen die de sport volgt, maar waarom zijn alle (officieel goedgekeurde) atletiekpistes precies 400 meter lang? Zoals zo vaak het geval is, moeten we terug naar de Oudheid voor het antwoord. In die tijd was het 'stadion' een race in rechte lijn over de lengte van een stadion. Deze lengte kon per stadion verschillen. In Olympia was deze rechte lijn 192 meter lang. De diaulos stond ook op het programma van de oude Olympische Spelen. De afstand was die van een dubbel 'stadion'. Heen en terug, twee keer de lengte dus. In Olympia kwam dit neer op 384 meter. Niet ver verwijderd van de 400, toch?
In 393 na Christus werden de oude Olympische Spelen verboden door keizer Theodosius en raakte de atletiek zoals die toen bekend stond geleidelijk aan in de vergetelheid.
Pas in de 19de eeuw kwamen atletiek en de eerste wedstrijden, weer op de voorgrond in Groot-Brittannië. Met behulp van Angelsaksische meeteenheden kwam de totale afstand van de banen op 440 yards (402,33 meter), ofwel 1/4 van een mijl. Toen het metrieke stelsel geleidelijk aan het imperiale stelsel overnam, werd uiteindelijk de afstand van 400 meter aangenomen, en die wordt vandaag nog steeds gebruikt.