Kleuren
Alle skistations zijn verplicht om de moeilijkheidsgraad van de pistes in het skigebied via kleurcodes aan te geven, zodat elke skiër of snowboarder een piste op zijn niveau kan nemen.
Hoewel het puur amusement is, zijn er toch enkele veiligheidsregels die je moet naleven om ten volle te kunnen genieten op de pistes. Ontdek ze hier!
Alle skistations zijn verplicht om de moeilijkheidsgraad van de pistes in het skigebied via kleurcodes aan te geven, zodat elke skiër of snowboarder een piste op zijn niveau kan nemen.
De groene piste
Deze is gemakkelijk en dus perfect voor beginners.
De blauwe piste
Deze is van gemiddelde moeilijkheidsgraad en is ook toegankelijk voor beginners.
De rode piste
Deze is voorbehouden voor gevorderden.
De zwarte piste
Deze is erg moeilijk en wordt door erg goede en ervaren skiërs genomen.
Geel/zwarte vlag
Aanzienlijk lawinegevaar (schaal 3 en 4).
Zwarte vlag
Erg hoog lawinegevaar (schaal 5).
De sneeuwlaag is allesbehalve stabiel, op alle hellingen
Gele vlag
Beperkt lawinegevaar (schaal 1 en 2).
1 - Respecteer de anderen. Gedraag je op een verantwoordelijke manier waarbij je anderen niet in gevaar brengt.
2. Hou je snelheid onder controle en pas deze aan volgens je capaciteiten. Hou daarbij ook rekening met de staat van de sneeuw en de weersvoorspellingen (Vertraag bijvoorbeeld als je een zone voor beginners doorsteekt, bij de wachtrij aan de liften of onderaan de pistes).
3 - Kies je traject vooraf. Kies een traject waarbij je de veiligheid van de skiër onder je niet in het gedrang brengt en botsingen vermijdt (je voorliggers zien je namelijk niet noodzakelijk aankomen).
4 - Hou voldoende afstand bij het inhalen, zodat je ook de skiër die je inhaalt voldoende ruimte laat.
5 - Start, voeg in en kruis zonder gevaar. Kijk voor je begint, terug invoegt of kruist op een piste of oefenterrein, eerst goed boven en onder je om anderen niet in gevaar te brengen.
6 - Denk vooraf na waar je gaat stoppen, zonder de piste te belemmeren. Stop niet op smalle plaatsen of achter hellingen en blijf zichtbaar voor de skiërs achter je.
7 - Gebruik ook de kant van de piste. Als je de piste terug omhoog wil op je ski's of te voet, zorg er dan voor dat je de zijkant van de piste neemt.
8 - Informeer naar het weer en respecteer de aanwijzingen. Het is belangrijk dat je de signalisatie respecteert (waarschuwingstekens voor gevaar, gesloten pistes, lawinerisico).
9 - Waarschuw de anderen bij een ongeval en verleen hulp aan de persoon in gevaar.
10. Identificeer jezelf als getuige bij een ongeval, of je nu rechtstreeks betrokken bent of enkel getuige bent.
Deze tien basisregels zijn gemakkelijk te onthouden en te respecteren en verzekeren dat je onbezorgd de pistes afdaalt, zonder de anderen in gevaar te brengen. Voor een vlekkeloze wintersportvakantie!
Gedraag je altijd zoals het hoort aan en op de lift. Heb geduld als je even moet aanschuiven, zodat je anderen niet op de zenuwen werkt, en neem de lift altijd op een veilige manier.
Hier vind je enkele basisregels:
Op de sleepliften
Slalom niet in het omhooggaan, zo kan de kabel immers loskomen.
Maak het spoor zo vlug mogelijk vrij als je bent aangekomen, om te voorkomen dat je de stang van de volgende tegen je krijgt.
Hang je skistokken niet vast aan je polsen, om te vermijden dat je boven blijft vasthaken.
Op de stoeltjesliften
Zorg dat je klaar staat, zodat je niet verrast wordt en uit evenwicht geraakt als het stoeltje er is
Geraak je niet goed op je stoeltje, spring er dan onmiddellijk weer af.
Help kinderen bij het op- en afstappen.
Blijf rustig achteraan op je stoeltje zitten en doe de veiligheidsbeugel pas omhoog als je helemaal boven bent.
Draai je rugzak op de buik, houd één stok in de hand en houd de andere klaar voor het afglijden.
In de gondellift
Doe de gondel niet schommelen.
Valt de gondel stil, wacht dan rustig op de instructies van het personeel.
Ga je buiten de piste skiën, neem dan een lawinepieper, een sneeuwschop, een telescopische sonde, een kaart en een kompas mee. Vergeet ook je mobiele telefoon en reddingsdeken niet