Verlichting: een must op elke fiets
Om veilig in het donker te fietsen, is goede fietsverlichting onmisbaar. Niet alleen om te zien, maar zeker ook om gezien te worden van op een afstand van minstens 10 tot 15 meter. Het lijkt vanzelfsprekend, en toch is een derde van de ongevallen met fietsers te wijten aan een gebrek aan goede verlichting. Op elke fiets moeten twee lampen zitten: een gele of witte vooraan, en een rode achteraan. Om te zien en gezien te worden op de fiets, heb je twee opties: lampjessets of dynamoverlichting. Sets met fietslampjes zorgen voor een optimale zichtbaarheid en werken op (al dan niet herlaadbare) batterijen. Afhankelijk van het gebruikte materiaal kan je die permanent op je fiets laten hangen of elke keer afnemen (bij lampjes uit silicone bijvoorbeeld). Neem je regelmatig slecht verlichte plattelandswegen, dan raden we je aan om te investeren in een model met accu: met sommige van die modellen ben je zichtbaar van op 400 meter. Fietsverlichting met led biedt dan weer voldoende vermogen voor alledaags gebruik, en bovendien hoef je nooit het lampje te vervangen. Let op: Volgens het verkeersreglement moet je fiets een vast, niet-knipperend achterlicht hebben. Je mag dat uiteraard combineren met een knipperend lampje, om nog beter zichtbaar te zijn. Voor dynamoverlichting heb je geen batterijen nodig, ze werkt louter op de kracht van je benen. Dit systeem is enorm betrouwbaar én heeft een onbeperkt bereik. En bij sommige modellen blijft de lamp zelfs branden als je even halt moet houden, voor een rood licht bijvoorbeeld. Mountainbikers op hun beurt kunnen het vaste voorlicht op het stuur omruilen voor een lamp op de helm. Op die manier trilt de lamp niet voortdurend en kan je heel gericht je pad verlichten. De wet zegt trouwens ook dat de wielen en pedalen van je fiets voorzien moeten zijn van reflectoren.