Een voorbeeldweek om er weer aan te beginnen:
Voorbeeld: ik haal mijn paard zondag van de weide.
Maandag: Longeersessie 1: Laat het gedurende 20 minuten stappen: 10 minuten aan elke hand, vraag het dan om 5 minuten te draven aan je rechterhand en dan 5 minuten aan je linkerhand. Let op zijn ademhaling: is het in moeilijkheden? Is het aan het hijgen? Luister steeds naar je paard. Opgelet: een té doorgedreven training veroorzaakt spierpijnen. Kies eerder voor "stretching"-sessies zodat het zijn spieren kan rekken.
Dinsdag: 20 minuutjes stevig stappen. Of je nu longeert of op je paard zit, je moet steeds letten op de voorwaartse beweging en de schwung. Afhankelijk van de conditie van je paard verleng je de draftijd.
Woensdag: Rustdag, maar vergeet niet dat je paard net van de weide komt, waar het de hele dag kon rondwandelen. Wil je vermijden dat het "stalbenen" krijgt, dan doe je er goed aan om het even buiten te laten en er aan de hand mee te stappen.
Donderdag : Verleng de duur van je sessie: je laat het steeds langer draven, tot je op een half uur zit op het einde van de week.
Vrijdag: Voeg enkele gangen in galop toe. Varieer in je cirkels, wissel kleine en grote cirkels af om de spronggewrichten niet te beschadigen.
Zaterdag : Je hebt nu opgebouwd tot een half uur longeren (zonder stap). Veel te veel mensen vergeten dat de stap een even belangrijke gang is als de andere, omdat het paard op die manier kan opwarmen. Een paard dat stevig doorstapt, kweekt ook spieren.
Zondag: je kunt weer op je paard gaan rijden. Geniet ervan om te gaan wandelen en doe indien mogelijk ook wat hellingen: dat is goed voor de moraal.