13.00 u. boterhammentijd~
De kinderen zijn goed en wel ‘gevoederd’. Er is nog maar een halve dag voorbij, maar voor mama Valerie voelt het alsof ze al 24u aan één stuk draait om alle ballen tegelijk in de lucht te houden. Ze probeert haar werkdeadlines te halen, te zorgen voor de kinderen, hen te entertainen, erop toe te zien dat ze af en toe nog lezen en de tafels inoefenen zoals de juf gevraagd heeft (ja ook tijdens de vakantie), het huishouden te beredderen,…
Dringend tijd voor een check-in. Het kost maar vijf minuutjes, dus Valerie gaat even op het toilet zitten om in te zoomen op zichzelf.
Hoe doe je dit ?
STAP 1. Zonder stil te staan bij jezelf wordt het lastig om te herkennen wat je lichaam en je emoties je te zeggen hebben. Goed voor jezelf kunnen zorgen begint dus bij tijd nemen om stil te staan. Neem dat laatste maar letterlijk.
STAP 2. Je kunt niet ‘hier’ voelen, als je ‘daar’ – bij iemand/iets anders – bent. Dus breng je focus naar jezelf, naar je binnenwereld. Als je nog niet goed weet hoe dat moet, probeer dan eerst even naar je lichaam te gaan met deze korte oefening:~
Ga zitten, leg je handen op je knieën met je handpalmen naar boven en verplaats je aandacht naar je rechter hand: wat voel je daar allemaal, tintelt het, voelt het eerder aangenaam? Verplaats nu je aandacht naar je linker pink. Als er gedachten komen, dan laat je ze even toe en dan laat je ze weer voorbijdrijven als een wolkje, richt daarna gewoon je aandacht weer op je lijf. Verplaats nu je aandacht naar je linker grote teen, dan naar je rechter enkel.~
Voel je dat je je aandacht kunt richten naar waar jij wilt? Verplaats je aandacht dan nu naar binnen in jezelf.
STAP 3. Dit is misschien wel de moeilijkste stap. Het is belangrijk om onbevooroordeeld te zijn, objectief te observeren wat je merkt en te aanvaarden wat er is. Welk gevoel er ook komt, registreer het, erken het en sta ervoor open. Dat betekent dat je zowel positieve als negatieve gevoelens toelaat, en ze ontvangt in plaats van wegdrukt, negeert, vermijdt, minimaliseert. Alles wat opkomt, mag er zijn. Wat voel je? Misschien ben je rusteloos, gespannen, opgejaagd?
STAP 4. Zodra je kunt voelen en toelaten wat er komt, kun je gaan begrijpen wat eronder ligt. Wat heeft de gespannenheid jou te zeggen? Waar staat de rusteloosheid voor? Wat vertelt de opgejaagdheid jou? Wat is je behoefte op dit moment? Wat is er nu belangrijk voor je? Wat zou je graag willen?
STAP 5. Wat staat je te doen (of te laten) om goed voor jezelf te zorgen? Wat zou je helpen? Zet dit om in een concrete actie.~