Het hoofd
Begin je balans op te maken door je paard vanop een afstand te observeren. Begin bij zijn hoofd en ga zo naar achteren, maar niet te snel, want we kunnen al stilstaan bij zijn hoofd. Zijn ogen moeten levendig en helder zijn. Je paard moet in interactie zijn met zijn omgeving, en er niet apathisch en lusteloos bij staan. De manier waarop hij naar zijn omgeving kijkt, en de manier waarop hij met zijn ogen knippert moeten aangeven dat hij zich nergens op fixeert, maar normaal, bewust gedrag vertoont.
Vervolgens kun je even de tijd nemen om de slijmvliezen bij zijn wimpers na te kijken. Breng zijn oogleden zachtjes een klein beetje naar boven en je kunt ze al zien. Deze slijmvliezen moeten roze zijn: zijn ze eerder rood, dan kan dat wijzen op een ontsteking. Zijn ze eerder geel of zelfs grijzig, dan zijn de slijmvliezen te helder, wat op bloedarmoede kan wijzen. Raadpleeg bij twijfel je veearts.