Zwemjargon: training
Je hebt het misschien al gemerkt tijdens de training: zwemmers spreken een heel eigen taal! Die is niet altijd even verstaanbaar. Daarom geven je we je hier wat extra uitleg.
De eerste term die ik met je wil delen komt niet echt uit het zwemjargon, maar ik wil hem hier toch even vermelden:
- Je zegt niet “Ik kan niet, ik heb zwembad”, maar “Ik kan niet, ik ga zwemmen” of “Ik kan niet, ik ga naar het zwembad”.
Ook al hoor je dit wel eens, het is een taalfout. Als je gaat voetballen, zeg je toch ook niet: ”Ik kan niet, ik heb stadion"?~
Benieuwd naar meer? Dan beginnen we met het echte zwemjargon voor de trainingen:
- “Vlinder” / “Rug” / “SS” / “BC” : je hebt het vast al begrepen: dit zijn afkortingen voor de 4 klassieke zwemslagen, namelijk vlinderslag, rugslag, schoolslag en borstcrawl. Makkelijk toch?
- “Hele slag” : dit is een onderdeel van de training in borstcrawl, rugslag, schoolslag of vlinderslag zonder hulpmiddelen of materiaal. De basics dus! Deze term wordt vaak gebruikt na een reeks drills.
- “Drills” : Drills zijn zwemoefeningen waarbij je werkt aan een deel van je techniek. Er bestaan er oneindig veel! Drills kennen trouwens een schat aan gekke termen (catch-up crawl, polocrawl, enzovoort).
- “De rode op nul” : typische uitdrukking voor het zwemmen, bestaat ook voor drie andere kleuren (geel, zwart, groen). De rode verwijst naar de rode wijzer van de klok die er hangt in bijna elk bad. Vertrekken bij de rode op nul betekent dus dat de start gegeven wordt wanneer de rode wijzer op nul staat.
- “AFV” : uitdrukking die ook in andere sporten gebruikt wordt, afkorting van Algemene Fysieke Voorbereiding. Zwemmers en trainers spreken ook over droogopwarming. Dat is de term die vaak gebruikt wordt om te spreken over een opwarming uit het water. "Iedereen in positie, en pompen maar!” is ook een alternatief.~
- “Coach” : net als ander sporters gebruiken ook zwemmers graag Amerikaanse termen. En geef toe, je trainer coach noemen aan de rand van het zwembad, dat maakt indruk. (Ook 'paddles' is zo'n Amerikaanse term.)
- “Vertrek X minuten / seconden” : de “X minuten / seconden” is de tijd die je hebt om je lengte af te leggen en te recupereren voor je weer vertrekt. Op een 10 x 50 m met vertrek bij de rode op nul, moet je dus je eerste 50 m gezwommen hebben voor de wijzer helemaal rond is. Zodra de wijzer weer op nul staat, vertrekt je voor een tweede 50 m enzoverder. (Niet verwarren met de "X seconden recuperatie" ofwel de tijd waarin je mag rusten na elke lengte).
- “Uitzwemmen” : geen passieve, maar actieve recuperatie! Uitzwemmen kan je in om het even welke slag (meestal alles behalve vlinderslag) op een rustig tempo. Je zwemt op een rustig tempo, maar met vloeiende en technisch juiste bewegingen. Uitzwemmen doe je meestal aan het einde van de training.
- “Set” : clubzwemmers zetten zich alvast schrap als ze deze term horen. Een set is meestal het minst leuke onderdeel van de training, maar wel het onderdeel dat je het meest oplevert bij een correcte uitvoering. De focus kan liggen op korte of lange afstanden, vaak in crawl of in je favoriete slag. De hoofdset vormt de kern van de training. Veel zwemmers zijn er bang van en sadistische trainers wrijven zich in de handen bij een nieuwe set. Pijnlijk is het zeker!
- “BC / Rug per 50” : BC/rug per 50 betekent dat je bijvoorbeeld over een afstand van 200 m (maar ook over langere afstanden) telkens afwisselt: 50 m borstcrawl / 50 m rugslag / 50m borstcrawl / 50 m rugslag. Die term is natuurlijk niet alleen gereserveerd voor borstcrawl en rugslag.