Voorbeelden van oefeningen
- Haasje-over: voor 3 duikers, de eerste bevindt zich op een diepte van 1/3, de tweede op een diepte van 2/3. De derde duiker moet zich voortbewegen doorheen die verschillende dieptes door te spelen met zijn longinhoud en ballast en door met zijn zwemvliezen te trappen zonder de andere duikers te raken.
~
- Lepelspel: neem een lepel en een pingpongbal en verplaats je van de ene kant van het zwembad naar de andere, terwijl je erg traag met je zwemvliezen trapt. Daarbij mag je het balletje natuurlijk niet laten ontsnappen! Dit kan je ook doen in estafettevorm.
~
- Koraalspel: bevestig lood aan een zwemplank, zodat die op de bodem blijft liggen. Deze ondergedompelde plank stelt een zeevijg of een koraal voor, die je niet mag aanraken, anders beschadig je ze.~
De cursist moet boven de plank passeren en mag enkel gebruik maken van zijn longinhoud en ballast. Hij mag de plank niet aanraken, noch met zijn lichaam, noch met zijn zwemvliezen of met een loshangende slang van zijn octopus... Een spelvariant is een oefening met twee planken, die dan een grote zeevijg voorstellen. De cursist blijft een tijdje boven de zeevijg hangen, alsof hij iets ziet op het oppervlak, maar hij mag ze niet aanraken.
~
- Met gesloten ogen: ga in de richting van een geluidsbron (een stok waarmee op de bodem van het zwembad wordt gebonkt). Eerst hoor je een aanhoudend geluid, daarna komen er intervallen tussen de stoten. Dit spel leert je hoe moeilijk is om onder water een geluidsbron terug te vinden (afstand en oriëntatie).
Al deze oefeningen moeten op een speelse manier worden georganiseerd, met leien of plankjes waarmee je informatie kunt doorgeven of wat lol kan trappen. Denk bijvoorbeeld aan sessies longinhoud/ballast, waarbij je een spelletje boter-kaas-en-eieren of galgje speelt. De bedoeling is dat je aandacht naar het spelletje gaat en dat je niet aan je drijfvermogen denkt. Zo leren duikers om echte multitaskers onder water te worden!