Eerste trap
DIN-aansluiting (max 4350 psi / 300 bar)
Balancering met membraan en T-mechanisme (constante prestatie ongeacht de diepte en de restdruk van de fles)
'Auto-Closure Device' (ACD-systeem): automatische sluiting van de 1ste trap om het binnendringen van water tijdens het spoelen te voorkomen (behoud van interne smering)
De droge kamer beschermt de bewegende delen tegen de kou.
Uitneembare klepzitting in rvs.
Debiet bij 200 bar: 1500 l/min.
Eerste trap (vervolg)
Behuizing in T-vorm met 2 hogedrukuitgangen (HP - 7/16") en 4 middendrukuitgangen (MP - 3/8"). Deze uitgangen zijn perfect gericht zodat de slangen in een goede positie komen te liggen.
Gegoten messing behuizing met meerlaagse verchroming.
Gewicht: 525 g
Tweede trap
Pneumatisch balanceermechanisme voor soepel en gemakkelijk ademen.
Venturi knop (ergonomisch ontwerp voor eenvoudige bediening, zelfs met handschoenen).
Warmtewisselaar voor weerstand tegen ijsvorming
Ademhalingsinspanning (WOB) Gemiddeld 0,85 joule/liter
Soepel en stevig Comfo-Bite-mondstuk dat kaakvermoeidheid vermindert dankzij de unieke gehemeltebrug.
Lipcover
Lengte van de slang: 730 mm
Gewicht: 200 g
Onderhoud
Controleer of je stofkap goed op zijn plaats zit.
Dompel de ademautomaat onder in een bak met zoet water.
LET OP: Gebruik je een tuinslang, gebruik dan zeker geen hogedrukmondstuk om de tweede trap mee schoon te maken. De druk van de waterstraal kan het membraan en/of het binnenventiel beschadigen.
Veeg de ademautomaat droog.
Stel je ademautomaat niet langdurig bloot aan zonlicht.
Opbergen
Berg je ademautomaat op een droge en schone plaats op, uit het zonlicht, en bij gematigde temperatuur.
Bewaar het product niet in de buurt van een warmtebron of in een ruimte die chemische dampen zoals chloor of ozon kan bevatten (zoals de technische ruimte van een zwembad).
Berg je automaat altijd los van je duikflessen op.
Let op: Gebruik nooit oplosmiddelen of schoonmaakmiddelen op basis van koolwaterstof om je ademautomaat te reinigen of te smeren. Gebruik nooit een spuitbus.
Revisie en controle
Aqualung raadt aan om je ademautomaat minstens om de twee jaar te laten nakijken en minstens één keer per jaar te onderwerpen aan een visuele controle.
Beide controles moeten worden uitgevoerd door een door Aqualung erkende werkplaats. Afhankelijk van het aantal duiken en de gebruiksomstandigheden, moet je ademautomaat vaker worden gecontroleerd.