Hoe kies je een binnenband?
Bekijk alle gegevens op de zijkant van de buitenband (diameter en breedte). 29x1.90 betekent bijvoorbeeld dat het gaat om een band met een diameter van 29 inch en een breedte van 1.90 inch.
Op de zijkant van de band vind je ook de afmetingen in mm, in de internationale ETRTO-standaard.
50-7622 betekent dan bijvoorbeeld dat je een band hebt van 50 mm breed met een binnendiameter van 622 mm (ongeveer 29x2.00 inch).
De binnenband afnemen
Verwijder de versleten binnenband met bandenlichters.
Controles voor je een nieuwe binnenband oplegt
Controleer de staat van de band en vervang hem indien nodig.
Controleer of er geen scherpe stukjes in de band zitten.
Controleer de staat van je velglint.
Zelfs de kleinste scheurtjes in je velglint kunnen lekken veroorzaken.
Ga na of de velg geen beschadiging heeft opgelopen die je binnenband kapot kan maken.
Monteren van een binnenband
Bekijk ons filmpje voor je aan de slag gaat.
Pomp de binnenband lichtjes op om te vermijden dat hij geklemd raakt.
Steek het ventiel door het ventielgat. Houd er rekening mee dat het ventieltype geschikt moet zijn voor de velg.
Duw de hele binnenband in de buitenband en druk hem goed aan in de holte van de velg.
Let erop dat je de binnenband niet vastklemt bij de uiteindelijke montage van de buitenband.
Montage van de buitenband
Begin bij het ventiel.
Eindig de montage aan de andere kant van het ventiel, om te vermijden dat de band bekneld raakt.
Leg je buitenband nooit op met een schroevendraaier of bandenlichter, daarmee zou je je binnenband kunnen beschadigen.
De band oppompen
Pomp je binnenband lichtjes op, tot de druk aanbevolen door de fabrikant (die kun je aflezen op de zijkant van je band, in psi of in bar. 1 bar = 14,51 psi).
Controleer tijdens het oppompen regelmatig of de band nog goed op zijn plaats ligt.
Advies van onze expert
We raden aan de bandendruk voor elke rit te controleren en eventueel aan te passen. Zo voorkom je bijvoorbeeld snakebites en presteren je banden optimaal.