SIMOND begeleidt elke slackliner met producten en advies aangepast aan hun noden.
Het artikel is toegevoegd aan je winkelmand!
Bij Slacklinen komt het erop aan om je evenwicht te behouden op een strak gespannen synthetische band die tussen twee fixatiepunten wordt gespannen. In de meeste gevallen worden bomen gebruikt als bevestigingspunten. Deze sport of hobby vraagt om een goed coördinatie en concentratievermogen. Het is vooral een leuke en ontspannende activiteit.
Slacklinen is een populaire vrijetijdsbesteding op zachte lente- of zomerdagen. Het is ook een zeer geliefde sport bij surfers, skiërs, snowboarders en bergbeklimmers, die allen genieten van het ontspannende effect van deze nieuwe vorm van lichaamsbeweging. Eigenlijk is slacklinen een variant op de klimsport en werd het oorspronkelijk ontwikkeld door klimmers in Yosemite national Park.
De voordelen van deze sport spreken voor zich. Enerzijds werk je, doordat je je evenwicht op de band probeert te behouden, tegelijkertijd aan je evenwicht, coördinatie en concentratievermogen. Anderzijds verbeter je de lichaamsspanning door je spieren (en dan vooral de diepe spieren) te versterken. Om deze reden vind je de slackline tegenwoordig ook terug in fitnesszalen, waar die dan fungeert als toevoeging aan de traditionele workout.
De moderne slacklines vallen op door hun klein formaat, lage gewicht en eenvoudige montage. In principe kan je deze activiteit doen waar je maar wil, of het nu in je eigen tuin is of in een park in de buurt. Er zijn echter enkele basisparameters die de keuze van jouw slackline aanzienlijk kunnen beïnvloeden:
• Lengte: de slacklines bestaan in verschillende lengtes, van 10 tot meer dan 30 m. Hoe langer de band is, hoe moeilijker het is om erover heen te lopen. Kinderen, beginners en revalidatiepatiënten nemen best een kortere band, van 10 tot 15 m Ervaren slackliners daarentegen kiezen vaak voor een lengte van 20 tot 30 m. De langste slacklines, van minstens 30 meter, bieden de grootste technische uitdaging. Deze zijn bij uitstek geschikt voor wedstrijdatleten die al veel ervaring en training achter de rug hebben.
• Breedte: Het evenwicht op een dunne slackline (2 tot 2,5 cm) vereist een bijna perfecte coördinatie en lichaamsbeheersing. Als beginnend slackliner begin je best met een iets bredere band. De banden van 3,5 tot 5 cm zijn ideaal voor beginners, senioren en kinderen. Een bredere band kan echter ook handig zijn voor tricks uit te voeren. Met zijn breedte van 25 mm is onze gele 2,5 cm x 25 m slackline zelfs voor de meer gevorderde slackliners een echte uitdaging.
• Spanning: Hoewel de band altijd een beetje moet doorhangen, kan de slackline in verschillende maten afhankelijk worden aangespannen, afhankelijk van jouw voorkeur. Doorgaans geldt dat de spanning ongeveer 50-200 decanewton (daN) moet bedragen. Dit komt overeen met een gemiddelde spanning. Voor meer variatie en een hogere moeilijkheidsgraad kan je de band echter strakker of losser aanspannen.
• Hoogte: de afstand van de slickline tot de grond heeft ook een grote invloed op de moeilijkheidsgraad en de veiligheid bij het slacklinen. Beginners moeten daarom steeds beginnen bij een zo laag mogelijke hoogte.
De meest bekende slackline is waarschijnlijk de zogenaamde lage of klassieke slackline. Zoals de naam het al doet vermoeden, moet de band relatief laag worden vastgemaakt en zo strak mogelijk worden aangespannen. Voor beginners is een lengte op kniehoogte ideaal. Naarmate je meer traint kan je de hoogte geleidelijk opvoeren. Aangezien je jezelf niet zekert moet dit alles echter hooguit op spronghoogte gebeuren, zoals bij blokklimmen. De klassieke banden zijn ideaal voor de eerste stappen en voor het oefenen van eenvoudige tricks zoals:
• Zittende positie op de band;
• Gekruiste posities
• of draaien op de band.
Een andere populaire positie is balanceren of springen op de jumpline. De voorspanning (of zogenaamde spankracht) is bij dit soort activiteit ten minste 200 daN, zodat de band niet te fel doorhangt. Tegelijkertijd wordt de band door de harde voorspanning uitgerekt en veert hij door. Dankzij dit 'trampoline-effect' is het mogelijk om sprongen en salto's te maken op de slackline. De DECATHLON Slackline Jump Koralle Neon is niet geschikt voor beginners, ondanks zijn lengte van 15 m en breedte van 50 mm. Dankzij zijn elasticiteit is hij uiterst geschikt voor sprongen uit te voeren.
Daarnaast zijn er nog andere vormen van slacklines waarmee gevorderde slackliners hun grenzen kunnen opzoeken en verleggen.
• De rodeoline is als het ware de tegenhanger van de jumpline. Dit betekent dat de band zo los wordt gespannen dat de atleten bijna de grond raken. Deze variant van slacklinen is echt een "next-level" uitdaging en wordt slechts door enkele slackliners beoefend.
• Longline: als de band langer is dan 30 m, spreken we over een 'longline', d.w.z. een extra lange slackline. In het algemeen wordt deze lange lijn relatief strak aangespannen. Hoe meer de lijn doorhangt, hoe moeilijker het is om je evenwicht te bewaren. Het lopen op zo'n lange slackline vraagt een groot concentratievermogen. Het is dus net zo uitdagend als het slacklinen op de rodeoline.
• In tegenstelling tot de klassieke lowline, kan je niet springen op high-lines, tenminste niet zonder ernstige verwondingen. Daarom loopt men, net zoals bij het klimmen, met een zekering op de high-line.
• Wanneer een slackline niet over de grond, maar eerder over een rivier gespannen wordt, noemt men dit een waterline. Hierbij is het in het algemeen minder gevaarlijk om te vallen, mits het water overal diep genoeg is.
Ben je een koorddanser, een sportklimmer of gewoon een slacline-beginner? Bij DECATHLON is er voor iedereen wat wils, afgestemd op jouw ervaringsniveau en persoonlijke voorkeuren. Ontdek ons gamma slacklines in verschillende lengtes, breedtes en kleuren.
De slackline is als hobby ontstaan in de jaren 1980 voor klimmers in Yosemite national Park. Het is in de loop der jaren steeds populairder geworden - ook in parken en tuinen binnen Europa. Het bestaat uit een binnenband of line van verschillende lengtes die door middel van een ratel aan twee fixatiepunten wordt bevestigd.
Net zoals koorddansers balanceren slackliners van het ene uiteinde van de band naar het andere. Ze kunnen ook indrukwekkende tricks of sprongen uitvoeren tijdens het tricklining. De slackline buigt lichtjes door omwille van het gewicht van de slackliner. Hierdoor neemt de moeilijkheidsgraad van de slackline toe met de lengte van de band.
Dynamisch lopen op de slackline bevordert het concentratie en coördinatievermogen, evenals het evenwichtsgevoel. Tegelijkertijd train je de spieren in de armen, benen, billen, rug en buik. Slacklinen in de open lucht is niet alleen een geweldige manier om te bekomen na een dag op school of op kantoor, maar het is ook een aangename individuele of groepsactiviteit. Voor klimmers en boulderaars is slackline-training ook een ideaal alternatief voor indoorsporten of rotsklimmen.
Naast een 25 tot 50 mm brede band die tussen 10 en 30 m lang is, heb je een spanratel (of katrol) nodig om de slackline te spannen. Met smallere banden moet je ook schoenen dragen. Sportschoenen met een zo dun mogelijke zool (bijvoorbeeld klim- of boulderschoenen) zijn hiervoor geschikt, omdat je de lijn goed moet kunnen voelen. Als je daarentegen verkiest om op blote voeten op de riem te balanceren, kies je er best eentje die breed genoeg is. Als je van plan bent om de slackline tussen twee bomen te spannen, heb je ook een boombeschermer nodig om de schors tegen beschadiging te beschermen.
In principe mag je overal op de publieke plaatsen slacklinen, bijvoorbeeld in parken of groenvoorzieningen. Echter, uit respect voor je medemens en voor de natuur moet je wel enkele basisprincipes in acht nemen. Om de schors van de boom te beschermen, gebruik je altijd een speciale boombeschermer als basis voor de riem. Zorg ervoor dat je enkel traint op plaatsen die gemakkelijk te zien zijn en waar niet te veel volk is. Zorg er ook voor dat de slackline niet over paden, sporen of dergelijke wordt gespannen. Dit is om te voorkomen dat andere mensen erover zouden struikelen. Om ongelukken te voorkomen, moet je de gespannen lijn altijd in de gaten houden.
Om je training zo gemakkelijk mogelijk te maken, moet je eerst beginnen op een zo kort en breed mogelijke lijn. Met een lengte van 15 m, een breedte van 50 mm en een specifiek reliëf voor een goede grip, is onze klassieke groene slackline van 15 m ideaal voor je eerste wankelende schreden.
Vermijd dan dat de lijn in het begin te hoog wordt gespannen (maximale kniehoogte). Dit beperkt niet alleen de hoogte van de val, maar maakt het ook gemakkelijker om op de lijn te stappen. Probeer je gewicht te verdelen op één been en gebruik je andere been om je evenwicht te bewaren. Als je traint met een partner, kan je je eventueel ook aan zijn arm of schouders vasthouden voor een beter evenwicht. Als je kan blijven staan op de lijn, kan je voorzichtig de ene voet voor de andere plaatsen.
Probeer niet naar je tenen te kijken of je voeten te kantelen, want zo raak je sneller uit balans. In plaats daarvan kijk je beter vooruit en hou je het hoofd recht. In het begin moet je proberen de positie vast te houden om geleidelijk een gevoel voor de lijn te krijgen. Een goede techniek beheersen is belangrijker dan enkel en alleen vorderingen maken.